We hebben de
nacht doorgebracht op een camping in Hvammstangl, waar het enorm waait.
Gisteren, toen we in het Noorden aankwamen, viel het al op dat het in die
streek erg winderig is en we werden aangetrokken door de vermelding “beschutte
plaatsen” in het boekje. Helaas bestond deze beschutting uit niet meer dan een
paar miezerige struikjes die ten opzichte van de wind ook nog eens aan de
verkeerde kant van het terrein stonden. Na een lange nacht in een klapperende
en schuddende tent hebben we de spullen opgepakt en zijn we verkast naar een
camping voorbij Akureyi. Ook hier enorm veel wind, maar iets meer beschutting.
Onderweg hebben
we het piepkleine kerkje Vidimýrarkirkja bezichtigd, dat in 1318 in dit
ogenschijnlijk van God verlaten oord werd gesticht. Het huidige kerkgebouwtje
dateert van 1834, maar staat nog steeds op dezelfde plaats als het origineel.
Het is van een indrukwekkende schoonheid, misschien wel door zijn eenvoud: een
deels houten gebouwtje, met zijwanden van turf en het dak bedekt met graszoden.
Die bouwwijze isoleert prima, want binnen merk je niets van de storm buiten.
Akureyi is de
grootste stad van het Noorden en, hoewel het op onze schaal niet meer dan een
flink dorp is, heeft het alle voorzieningen van een moderne stad. Er liggen
zelfs cruiseschepen in de haven. Vele passagiers maken van hieruit dagtochten
met bussen naar de watervallen, het Myvatn-gebied of gaan een walvissentocht
maken vanuit Husavik.
In het dorpje
Hrafnagil, even ten zuiden van Akureyi, merken we een bijzonder ritueel op:
vrijwel alle brievenbussen langs de weg zijn versierd, de ene nog origineler
dan de ander. Waarschijnlijk gaat het hier om een soort wedstrijd wie de
mooiste brievenbus heeft.
Bij iedere reis
die we maken nemen we iets mee voor de kerstboom en daarom konden we een bezoek
aan de Christmas Shop niet overslaan. IJsland heeft een paar erg leuke, eigen
gebruiken, die ook wel wat lijken op ons Sinterklaasfeest. De Yuletide lads,
zoals men die hier kent, hebben wel iets weg van onze Zwarte Pieten.
Yuletide lads
Deze IJslandse
kerstjongens horen bij een oud volksgeloof en zijn de zoons van Grýlla en haar
man Leppalúdi. Grýlla is constant op jacht naar kinderen die zich slecht
gedragen en rond kersttijd vangt zij ze om ze in haar tas te stoppen. Leppalúdi
is lui en komt zijn huis niet uit. Dertien dagen voor kerst komen de Yuletide
jongens één voor één van de berg af waar ze wonen. Ze gaan ook één voor één
weer terug: de laatste vertrekt op 6 januari. De jongens zijn een soort mix van
reuzen en trollen en halen vervelende dingen uit, variërend van het vee op
stang jagen tot het stelen van eten. Aan de namen van de jongens kun je zien
welke streken ze hebben, zoals de Schapenschrikker, de Kwarkvreter, de
Venstergluurder of de Deurenknaller.
Kinderen mogen
met de Kerst hun schoen zetten en zoals bij ons een zakje zout in de schoen de
traktatie voor stoute kinderen was, krijgen IJslandse kinderen, die zich niet
goed gedragen, een aardappel in hun schoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten