woensdag 15 augustus 2012

De laatste dagen op IJsland....


Hoewel Mödruladur slechts een kleine oase is in een onmetelijke woestenij, is er aan camping Fjalladyrd veel aandacht besteed. Inderdaad de beste tot nu toe: in het kleine koffiehuis wordt zelfs een ontbijtbuffetje klaar gezet waar je voor een paar euro aan mee kunt doen.


Een jonge poolvos loopt op de camping rond alsof hij het plaatselijke huisdier is. 
Wie in deze leegte nog wil tanken, zal merken dat het heel bijzonder werkt. Het tankstation ziet er niet als zodanig uit: in twee schuurtjes staan grote tanks met een daaraan gekoppelde pomp. Je zet de auto naast zo’n schuurtje, de campingbeheerder rolt de slang uit en gooit op verzoek je tank vol.


De keuken die de campinggasten kunnen gebruiken om zelf te koken. 
Omdat we aan de lucht zien dat het weer gaat veranderen maken we de afweging of we de laatste nacht nog zullen kamperen of te kijken of we misschien een dag eerder in ons appartementje kunnen, dat we hebben gehuurd voor de laatste nacht. Dat lukt en zo kunnen we mooi alvast wat opruimen, kleren wassen, douchen en in een bed(!) slapen!

Voor het eerst is het weer een keer wat minder, maar dat levert wel weer een nieuwe ervaring op. Plotseling rijden we over een bergpas de wolken in en is het zicht nog maar zo’n 50 meter. Da’s best even oppassen en levert een paar keer de ervaring op alsof je van de aarde af rijdt.

Het appartement zit in een nieuw gebouwtje in het piepkleine havenstadje Eskafjördir, hemelsbreed zo’n 20 kilometer van de haven waar Norönna weer zal vertrekken, maar over de weg ruim 70 kilometer. Niet heel dichtbij dus, maar wat maakt het uit. Het heeft sinds we de sleutel kregen de verdere dinsdag geregend, dus het is allang goed.



De beheerder van het appartementengebouw heeft allerlei functies: hij is klusjesman bij het bouwbedrijf aan de overkant, heeft hieronder een winkeltje met visserspullen, doet de boekingen, maakt schoon en loopt de hele dag hard, dus hij heeft het vast heel druk. Het appartement blijkt van alle gemakken voorzien, je zou er zonder problemen langere tijd kunnen wonen.

Hoewel alles hier kleinschalig is, functioneert het wel. De haven kan tankers, bulkcarriers, container- en vissersschepen ontvangen en – jawel hoor – ook hier is een museum. Het is alleen ’s middags open. Voor de lokale gepensioneerden, die het beheren, functioneert het blijkbaar ook als een soort praathuis, want er worden luidruchtig nieuwtjes uitgewisseld.

Donderdagochtend vertrekken we heel vroeg, want we moeten tweeënhalf uur voor vertrek in de haven zijn en die 70 kilometer rijdt je hier niet in een half uurtje. Daarmee begint dan ook echt de thuisreis. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten