Hoewel Mödruladur
slechts een kleine oase is in een onmetelijke woestenij, is er aan camping
Fjalladyrd veel aandacht besteed. Inderdaad de beste tot nu toe: in het kleine
koffiehuis wordt zelfs een ontbijtbuffetje klaar gezet waar je voor een paar
euro aan mee kunt doen.
Een jonge poolvos loopt op de camping rond alsof hij het plaatselijke huisdier is. |
Wie in deze
leegte nog wil tanken, zal merken dat het heel bijzonder werkt. Het tankstation
ziet er niet als zodanig uit: in twee schuurtjes staan grote tanks met een
daaraan gekoppelde pomp. Je zet de auto naast zo’n schuurtje, de
campingbeheerder rolt de slang uit en gooit op verzoek je tank vol.
De keuken die de campinggasten kunnen gebruiken om zelf te koken. |
Omdat we aan de
lucht zien dat het weer gaat veranderen maken we de afweging of we de laatste
nacht nog zullen kamperen of te kijken of we misschien een dag eerder in ons
appartementje kunnen, dat we hebben gehuurd voor de laatste nacht. Dat lukt en
zo kunnen we mooi alvast wat opruimen, kleren wassen, douchen en in een bed(!)
slapen!
Voor het eerst
is het weer een keer wat minder, maar dat levert wel weer een nieuwe ervaring
op. Plotseling rijden we over een bergpas de wolken in en is het zicht nog maar
zo’n 50 meter. Da’s best even oppassen en levert een paar keer de ervaring op
alsof je van de aarde af rijdt.
Het appartement
zit in een nieuw gebouwtje in het piepkleine havenstadje Eskafjördir,
hemelsbreed zo’n 20 kilometer van de haven waar Norönna weer zal vertrekken,
maar over de weg ruim 70 kilometer. Niet heel dichtbij dus, maar wat maakt het
uit. Het heeft sinds we de sleutel kregen de verdere dinsdag geregend, dus het
is allang goed.
De beheerder van
het appartementengebouw heeft allerlei functies: hij is klusjesman bij het
bouwbedrijf aan de overkant, heeft hieronder een winkeltje met visserspullen,
doet de boekingen, maakt schoon en loopt de hele dag hard, dus hij heeft het
vast heel druk. Het appartement blijkt van alle gemakken voorzien, je zou er
zonder problemen langere tijd kunnen wonen.
Hoewel alles hier
kleinschalig is, functioneert het wel. De haven kan tankers, bulkcarriers,
container- en vissersschepen ontvangen en – jawel hoor – ook hier is een
museum. Het is alleen ’s middags open. Voor de lokale gepensioneerden, die het
beheren, functioneert het blijkbaar ook als een soort praathuis, want er worden
luidruchtig nieuwtjes uitgewisseld.
Donderdagochtend
vertrekken we heel vroeg, want we moeten tweeënhalf uur voor vertrek in de
haven zijn en die 70 kilometer rijdt je hier niet in een half uurtje. Daarmee
begint dan ook echt de thuisreis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten